Hoeveel jongeren blijven in Zeeland wonen? Hoeveel vertrekken er? En wie keren later weer terug? In het onderzoek ‘Jonge Zeeuwen in beweging, verhuispatronen van en naar Zeeland’ geeft HZ Kenniscentrum Zeeuwse Samenleving (HZ KCZS) antwoord op dit soort vragen.

Atrium HZ. © VLI Media
HZ KCZS doet al jaren onderzoek naar de verhuisbewegingen onder jongeren. In dit nieuwe onderzoek zijn voor het eerst nieuwkomers toegevoegd, mensen die op hun 15e nog niet in Zeeland woonden. Zo
ontstaat er een compleet beeld van de verhuisbewegingen onder toekomstige (jonge) Zeeuwen. Een van de bevindingen is dat Zeeland zo´n 7000 terugkeerders tussen de 26 en 35 jaar telt.
Zij zijn vaak hbo- of wo-geschoold en voor een groot deel afkomstig uit Noord-Brabant of Rotterdam. Ze kiezen meestal voor steden als Goes, Middelburg, Terneuzen en Vlissingen om te wonen.
Gemeenten als Hulst, Schouwen-Duiveland en Tholen zijn dan weer populair bij terugkeerders die daar ook woonden voor hun vertrek. Van de nieuwkomers in Zeeland komen er zo´n 5400 uit andere
provincies en 6700 uit het buitenland. Tegenover de komst van deze groepen staat het vertrek van 16.000 jongvolwassenen die op hun 15e nog in Zeeland woonden, maar nu ergens anders.
Per saldo gaat het dus om een verlies van zo´n 4000 jongvolwassenen. Vooral wo´ers blijven weg. Daarmee verliest Zeeland kennis, met name op het vlak van wiskunde, natuurwetenschappen, kunst en
talen. Opvallend is dat jongeren die nu tussen de 16 en 25 jaar zijn vaak later vertrekken uit de provincie dan de 26- tot 35-jarigen toen zij in de leeftijdsgroep zaten. Opvallend is ook dat bij
de jongere groep Noord-Brabant meer in trek is en de Randstad minder.
Reactie schrijven