· 

Er was er maar eentje die wist hoe het moest

Door Mieke van der Jagt - Begin jaren vijftig ging mijn tante Jane, een oudtante, op d’r burgers. Ze borg haar mutsen, kralen, stikken, doeken, beuken en keuzen weg in de spinne en schafte enkele jurken, dikke nylonkousen, schoenen en een mantel aan.

Mevrouw Schikker  foto Willem Mieras

Aanvankelijk droeg ze haar haar opgestoken in wat wij een ‘gereformeerd rolletje’ noemden, maar al snel werd het een permanentje. Op geen enkele manier zou je haar nog in verband hebben gebracht met de Bevelandse dracht, behalve dat ze zich een absolute expert op dat gebied waande.

Op bijna iedereen die in haar omgeving die nog in dracht liep, en dat waren er nog best veel, had ze kritiek. Stine was een ‘sloppen dokter’, Janna d’r mouwtjes waren te stak, Tannetje mocht alles weleens flink innemen, d’r tupmusse zou nog wegwaaien. Haar schoonzusters die, niet bepaald uit weelde, al voor de oorlog naar Noord-Holland waren vertrokken, moesten het helemáál ontgelden met hun armoeiige kralen.

Een plaatje
Er was er maar eentje die wist hoe het moest en dat was Tona van de Velde. Mijn tante noemde altijd iedereen bij de meisjesnaam en Tona van de Velde was al jaren Tona Schikker. Haar man Teun had een mooi vervoersbedrijf en ze woonden op het dorpsplein in Borssele. Tona Schikker was een plaatje. Ze was niet alleen leuk om te zien; ze maakte van haar protestantse Bevelandse dracht bijna een project.

Alles deed ze zelf: mutsen wassen en stijven, af en toe een nieuw schortenbontje, fleurige nieuwe doeken en beuken, een gaaf stukje nieuw fluweel aan de mouwtjes en een eeuwige zoektocht naar mooie zwarte ‘dof’ voor de zondagse rokken en stof voor de daagse dracht.

Klikkende Kodaks
Geen wonder dat Tona haar neus niet in het buitenland kon laten zien zonder te worden lastig gevallen door mensen die met haar op de foto wilden. De reisjes met de bus, georganiseerd door ANBO-afdeling, gingen meestal naar Duitsland, het Zwarte Woud of Sauerland, naar Luxemburg of de Ardennen. Ook als de bus in Nederland bleef, hoefde ze maar uit te stappen of daar klikten de Kodaks al. Dat raakte Tona Schikker niet zo’n klein beetje beu. Omdat ze nu eenmaal praktisch was ingesteld, ging ze naar Goes, schafte een burger outfit en een pruik aan die ze op de dag van het vertrek verwisselde met haar boerengoed. Probleem opgelost!

Maar zodra ze thuis kwam werd de pruik weer een muts en gingen de jurken weer in de kast. Het zat niet echt lekker: die lange mouwen, die dunne jurken en zo’n panty. Die pruik, dat viel nog wel mee. Ze was gewend aan iets op d’r hoofd.

Couleur locale
De toenmalige Borselse burgemeester Godfried van den Heuvel, die jaarlijks met alle boerenwuufjes uit de gemeente op de foto ging, wist Tona Schikker altijd te vinden. Zodra hij bij een ontvangst een beetje couleur locale wenste, kwam Tona Schikker opdraven. Op d’r boers natuurlijk.

Meer van dit soort verhalen lees je via Zeeuws Weerzien

Reactie schrijven

Commentaren: 0